Welke zonnebrandcrème kun je nu beter wel en niet gebruiken? Ik snap heel goed dat je daar niet meteen uitkomt. Want als er nu één product is waarover van alles wordt beweerd, dan is het wel zonnebrandcrème. En dan alle misleidende claims… Slechts één keer per dag insmeren’, ‘honderd procent bescherming’, ‘veilig bruin worden’, ‘je hebt er maar weinig van nodig’; van dat soort uitspraken krijg ik kippenvel.
Als je gaat zoeken op het internet naar informatie over veilige en goede zonfilters dan wordt er door dermatologen eigenlijk altijd zinkoxide of titaniumdioxide geadviseerd. Ik denk daar een beetje genuanceerder over.
Tropische temperaturen en overvolle stranden; de zomer is begonnen! Als het goed is zouden de flessen zonnebrandcrèmes als warme broodjes over de toonbank moeten vliegen. Maar met alle aandacht in de media voor ‘gevaarlijke’ ingrediënten in zonnebrandcrèmes, zou je bijna niet meer durven smeren…
Nanotechnologie is een nog relatief jonge term. Ik denk dat lang niet iedereen weet wat het inhoudt. Toch wordt deze technologie toegepast bij heel veel producten die we gebruiken, met name in een groot deel van de zonnebrandproducten.
Mensen gebruiken vaak te weinig zonnebrandcrème. Om de werkelijke SPF te krijgen die op het product vermeld staat, moet je in ieder geval 2 mg/cm2 op de huid aanbrengen. Met deze hoeveelheid wordt namelijk de factor bepaald die aangegeven is op de zonnebrandcrème.